Hoe is het gemaakt... Roots & Fungus
Mensen vragen mij vaak wat ik doe en dan is het korte antwoord: ik maak kunst van afval. Dat leidt tot negatieve interpretaties, want afval is vies en stinkt, zeker op warme zonnige dagen als we hier nu hebben. Het woord single-use plastic of eenmalig gebruikt verpakkingsmateriaal is het volgende dat ik vertel. Maar wat is dat eigenlijk?
Vrijwel alles wat je in de supermarkt koopt zit in een verpakking. Dit kan karton zijn, maar meestal is het plastic. Al dat plastic is voor eenmalig gebruik, namelijk om het van de producent bij jou thuis te krijgen. Daarna wordt het weggegooid. Heel veel plastic is herbruikbaar of kan gerecycled worden tot plastic pellets.
Daar zouden in principe weer nieuwe verpakkingen van gemaakt kunnen worden, maar de meeste fabrikanten willen dat niet, omdat die pellets niet meer wit of transparant zijn en dan kunnen ze hun eigen kleuren er niet meer op krijgen. Een belachelijke reden natuurlijk! Dan gebruik je toch een andere kleur? Maar zo werkt marketing niet helaas….
Mijn kleine kunstwerken in een schaduwbox worden gemaakt van eenmalig gebruikt plastic. Deze plak ik, na het reinigen natuurlijk, op een ondergrond van karton of een oude krant met de pva-lijm beschreven in mijn eerdere blog post “Schokkende ontdekking!”.
Dit laat ik lang drogen. Dan maak ik een grote hoeveelheid behanglijm aan en smeer dat over deze plastic laag. Ik drapeer dun papier erover al dan niet in stukjes en smeer deze extra in met lijm aan de bovenkant. Dit moet natuurlijk ook weer lang drogen. Heel lang drogen.
Maar als het eenmaal droog is, kan ik beginnen met kleur. Na iedere kleur, soms twee, is het weer tijd om alles te laten drogen en zo bouw ik het werk laag voor laag op totdat ik denk: dit is het.
Dan ga ik met een zelfgemaakte ‘viewfinder’ de pareltjes in het werk zoeken en deze snij ik uit. Zo hou ik een aantal werken over. Ik maak de nog open randjes dicht met opnieuw pva-lijm. Zo roteren de werken op tafel, zowel onderling als van zich zelf.
En dan kan het zomaar zijn dat ik op een dag naar beneden ga, naar mijn atelier, van bovenaf de tafel kan bekijken met de werken en ik ineens schilderijen zie die samen een geheel vormen.
Dat is extreem gebeurd bij “Wasteland in the Winter”, waar alle schilderijen een of twee partners gevonden hebben, terwijl ze niet in elkaars buurt waren tijdens het maken van het grote werk. Bij “Roots & Fungus” was het er maar eentje, maar wat een prachtig drieluik is dat geworden.
Voor de afwerking heb ik in deze serie gebruik gemaakt van Creall’s matte vernis voor gouache. Ik wilde dit proberen, omdat de textuur van het werk zelf wel heel erg wild is. Er bijenwas overheen wrijven zou op sommige plekken klodders vet geven en anderen juist niet bedekken.
Voor een mooie presentatie van het werk, maak ik zelf van linnenkarton de schaduwboxen. Dat is een precies werkje; alle schilderijen worden secuur opgemeten, zodat ze allemaal hun eigen op maat gemaakte omlijsting krijgen.
Aan de achterkant zijn vier gaatjes, want met abstract werk kan het zomaar zijn dat een andere kant nieuw licht werpt op de afbeelding. Als je je schilderij zat bent, draai hem dan een kwartslag en geniet er opnieuw van.
En zo maak ik de zwaar getextureerde werken met eenmalig gebruikt plastic.
Ik maak ook schilderijen op chips/snackszakken. Deze zakken kunnen niet gerecycled worden omdat de buitenkant plastic is en de binnenkant aluminium. Dit is een combinatie die alleen kan eindigen in de vuilverbrandingsoven. In een volgende blog post zal ik daar meer over vertellen.