Muziek componeren

foto: Araiuk – pixabay

Vroeger dacht ik altijd dat componeren alleen gold voor muziek. Nu ik me ook bezig hou met de visuele kunsten hoor ik almaar dat woord voorbij komen. Componeren, compositie. Het betekent: uit onderdelelen een nieuw geheel maken. Maar een componist is echt een muziek schrijver en geen schilder, beeldhouwer of roman schrijver, toch kunnen ook dezen componeren. En volgens de Engelse vertaling van “composer” is het ook een samensteller.

Affijn, ik had dus bedacht dat het leuk zou zijn een alinea te wijden aan dit soort crossover woorden en zinnen, zoals “find your voice”, wat min of meer aangeeft dat er iets van geluid bij visuele kunst zit, Of “klankkleur” wat mogelijk de verfpotten doet openen als je een muziekstuk hoort. Voor de meeste Nederlanders is dat geen enkel probleem; de meesten weten wel wat engelse taal. Maar het Nederlands is voor de engelstaligen onder ons toch wat lastiger. Dus over naar het werkelijke stukje tekst: muziek componeren.


Muziek componeren doe ik al vanaf mijn tiende jaar, simpele liedjes, coupletje – refreintje, dat soort dingen. Ik deed eerst het geijkte en daarna ging ik experimenteren, want het stramien coupletje-refeintje werd al gauw te saai voor mij. Helaas is er veel van mijn gecomponeerde werk verloren gegaan, omdat ik geen zin had om alles op te schrijven. Dat is weer een heel ander vak namelijk. Het vraagt veel tijd en is, vind ik, oersaai. Het is een beetje als een schilderij maken en daarna uitvoerig verslag doen van de werkwijze, volgorde, kleuren, materialen en in welke verhoudingen ik alles heb gebruikt.

Gewoon – saai – Dat waren dingen die ik uit de weg ging. Het moest groots, episch, onverwachts, verrassend. Het was dan ook niet raar dat ik me op een gegeven moment wendde tot symfonieen, waar ik “verhalen” schreef. Het is mijn handelsmerk (of voice) om niet binnen een specifieke toon- en maatsoort te blijven, epische opzwependheid te mengen met rustige, zachte klanken, maar niet te lang, want dan wordt het saai.

Vroeger was het normaal dat ik de hele dag muziek hoorde die nog niet bestond, in de meest dramatische setting met violen en koperblazers. In het begin was ik daar heel gefrustreerd over omdat ik het niet te pakken kreeg om het in het echt te laten klinken. Later, heb ik me erbij neergelegd en besloot dan maar te genieten van wat alleen ik kon horen. Hoewel ik zeker niet ontevreden ben over het werk dat ik wel geschreven heb, kan deze niet tippen aan de hemelse klanken in mijn hoofd. Na een (voor mijn gevoel lange) periode van stilte, komen ze weer en deze keer niet alleen als symfonie orkest, maar ook bijvoorbeeld een eeuwigdurende gitaarsolo op een bluesschema, of (oh help) een liedje met de zogenaamde “palingsound” van een doorsnee meidengroepje.

Foto: Bob Dmyt – Pixabay

De manier van werken is ook veranderd. Ik kon altijd van 10 uur ’s morgens tot 2 uur ’s nachts doorwerken en moest mijn wederhelft mij onderbreken voor het avondeten. Niet eten, weinig drinken, veel roken en ondertussen heel veel nootjes invoeren, heel snel. Of toch: zo snel mogelijk.
Met een kleine aanpassing door niet meer te roken op de “werkplek” verschafte ik mij enkele pauzes, maar toen ik stopte met roken ging ik weer aan één stuk door. Dat brak mij op.

Nu werk ik, als ik inspiratie heb een uurtje per dag en hoe gek het ook moge klinken: ik word hierdoor productiever. Door dagelijks op tijd afstand te nemen van mijn werk, hoor ik of iets wel of niet klopt en hoe ik verder moet. EN ik kan er naast nog een heleboel andere dingen bij doen, zoals schilderen en schrijven.

Ik heb enkele muziekstukken hier op mijn website gezet. Het is een pagina die niet zomaar gevonden kan worden; the hidden gem! Je kan hem vinden onderaan de pagina, daar staan twee muzieknootjes waar je op kan klikken….